Mataram

Assistent-Residentshuis in Mataram

Dinsdag 16 april 1946

Het wonen is hier voorlopig in de Assistent Resident-woning, waar we allemaal bij elkaar zitten; één hele grote familie waarin weinig gelegenheid is individu te zijn. Men zit als men alleen wil zijn op zijn kantoor en anders in de grote open voorgalerij allemaal bijeen om naar de verhalen van anderen te luisteren of zelf het een en ander te verkondigen. Nog even een blokje om gelopen en dan naar de koffer. Het avondeten is hier laat, na negenen pas, en er is dan geen tijd meer voor iets van belang.

Woensdag 17 april

’s Avonds is het in het grote huis weer hetzelfde als gister, niemand heeft ergens een plaats om rustig alleen te zijn. Dat komt binnenkort weer, als de huizen allemaal weer ingericht worden en de mensen weer een eigen woning krijgen. Weer veel verhalen en veel gepraat over allerlei. Even rondgelopen, gegeten, wat zitten lezen tussen de praters in en dan naar bed.

Donderdag 18 april

Als het al laat wordt gaan we weer terug naar Mataram, waar we komen als de avond al gevallen is. En weer is het dezelfde avond van alledag hier. Allemaal in de grote voorgalerij, wat drinken en wat praten en niemand heeft iets voor zichzelf alleen. Ik hoop voor de mensen dat het gauw anders zal worden, want dit lijkt me geen bestaan. Enkele van de belangrijkste hebben een kamer alleen, die kunnen zich dan nog eens terugtrekken, maar de rest zit maar op elkaar gehokt. Laat, zoals steeds hier in Mataram, gaan we aan tafel. Dan nog even een luchtje geschept in het mooie maanlicht en naar bed.

Baai van Lombok

Collectie Tropenmuseum

Kampong

Collectie Tropenmuseum

Landschap

Collectie Tropenmuseum

Hindoe Tempel

Collectie Tropenmuseum

Het zomerpaleis van Narmada

Narmada zomerpaleis, binnenplaats met vijvers. Collectie Tropenmuseum
De grote vijver met de ‘acht’, Narmada zomerpaleis, Collectie Tropenmuseum.

Vrijdag 19 april

Eén punt is er, dat wat hoger ligt in de weg, daar moeten we op de terugweg even stilhouden. Want daar is een mooi vijvercomplex, zoiets als de resten van een lusthof van één van de vroegere vorsten denk ik. Dat zou ik heel graag even willen zien. Maar eerst maar door. (…)

Dezelfde weg, hetzelfde landschap (dat toch in een bergland op de terugweg heel anders kan lijken). Maar dat hier, in dit vlakke sawah-land, enigszins eentonig wordt. Op de plaats van de vijvers, de naam weet ik niet meer,[1] zijn we even gebleven. Een Balinese poort, zo een uit twee eendere helften die doorgesneden schijnen te zijn, een grasveld, dan een grote vijver gemetseld in het midden en aan de zijde tegenover de poort ver achter die vijver een groep huizen van veel betere bouw dan de normale. Vorstenverblijven waarschijnlijk. Dan door een andere poort, en weer een vijver en zo terrasvormig vijver na vijver, allen gemetseld met mooie bomen als in een park. Het is werkelijk heel mooi en beneden een grote vijver, nu eens niet vierkant maar bijna in de vorm van een acht, met aan een kant een steile rotswand. Die vijver moet wel een meter of zes diep zijn, zeggen ze me. En van het terras dat op de rots waar ik nu op sta is aangelegd zie ik nog veel dieper een rivierbed vol grote stenen, met mooie bamboe en andere bomen langs de kant. Dit is het mooiste plekje dat ik van dit eiland zag.


[1] Het zomerpaleis van Narmada. Dit is één van de grootste bezienswaardigheden aan de westkust van Lombok en een goed voorbeeld van Balinese bouwkunst. Het zomerpaleis van Ngurah Asem, de koning van Karagasem, is door hem zelf ontworpen en gebouwd in 1805. Omdat de koning zelf te oud werd om de vulkaan Rinjani te beklimmen om offers te brengen, moest dit paleis een replica van de vulkaan worden.