Table of Contents
Bali Hotel, Denpasar

Gianjar

Zondag 7 april
Om half acht op weg naar Gianjar. Militaire wagen met een paar man voor beveiliging. Alles is hier nog niet volkomen in rust. Die militairen rijden snel en we gooien wolken van stof omhoog, wat het zien belemmert. Maar toch wonderlijk, al die huizen met muurtjes eromheen en daarboven uitstekend stukjes van tempelgebouwtjes. (…)
In Gianjar een monumentale poort, een binnenplaats, een grote gebeeldhouwde fontein, huizen met druk bewerkte deuren en lijstversieringen en muren vol met beeldhouwwerk, een hele grote lap, misschien wel 30 vierkante meter beschilderd met allerlei voorstellingen. Een nederig buigende zal de Anak Agoeng, de vorst waarschuwen. Deze vorst studeerde rechten op Java en is Mr. in de rechten. Een aardig man, met wie ik verschillende dingen vlot kon bespreken.
Kloenkoeng

Zondag 7 april
De Poeri van Kloenkoeng. Een grote muur, met hoge poorten waarvoor vele treden. Aan de grote poort klop ik aan, men vraagt wie er is en de deuren worden geopend.


Zondag 7 april
In een Bale zoals dat heet, een hoge open vergaderzaal, zitten vele mannen in traditionele dracht bijeen. Ik hoor dat die gaan spreken over de zaken van de adat.
Wegversperringen

Donderdag 11 april
Denpasar. In de nacht schietpartijen. Vlakbij, dan weer wat verder. Geweren en mitrailleurs. Eerst verbod om uit te rijden. Wat komt er terecht van mijn vergaderingen? Dan om half negen mogen we weggaan. Maar enige kilometers buiten de stad vinden we een omgehakte boom over de weg en verderop zien we er meer. Omdraaien en hulp halen voor opruiming en versterking voor het geval we zouden worden aangevallen. Zo komen we weer terug in Denpasar. Dan een uur later is er een konvooi geformeerd dat naar Padang Baai en daarna door naar Singaradja zal moeten gaan. We gaan met een wagen vol Japs die de barricades moeten opruimen. Onze wagen is de vierde van de vijf. We hebben er heel wat van die obstakels; klapper-bomen, bamboe, andere bomen, palen enzovoort. Minstens één op de honderd meter. De patrouilles lopen het veld af, een jeep helpt om de door-gekapte bomen weg te trekken en zo sukkelen we telkens een paar honderd meter vooruit, om dan weer te wachten tot een paar honderd meter schoon zijn. De heren hebben er wel werk van gemaakt.
Karang Asem

Zondag 7 april
Na ons onderhoud ga ik verder door naar Karang Asem.[1] Mijn mensen – bewaking en chauffeur- hebben intussen gegeten en we kunnen dus verder gaan. Langzaam rijden we door de stad, waar verschillende mooie Europese huizen staan en de restanten van de vroegere Poeri met mooie raadzalen, waarvan er één in een vijver is en geheel omgeven met galerijen met beelden. Het dak is beschilderd met vele episoden uit het Mahabhyarata en Ramayana en oude Balinese verhalen. In een andere raadzaal staan vergulde meubelen. Die zaal schijnt ook nog te worden gebruikt. Een tempelpoort heeft vreemde beelden aan de voet, lijkend op oude Hollanders met hoge houden op en deftige kleren aan.
[1] Sinds de herbouw van deze stad na de uitbarsting van de Gunung Agung in 1963 heeft zij de naam Amlapura gekregen.
Vrijdag 12 april
De weg gaat verder over de bergen en betrekkelijk gauw zijn we in Karang Asem. Daar wacht de vorst in zijn eigen huis en de poengawas zitten te wachten in de vergaderzaal die in de vijver is gebouwd. We gaan maar direct beginnen. Het loopt vlot en de mensen zijn het met me eens dat ze zo snel mogelijk aan het werk moeten gaan en er zal wel heel spoedig copra loskomen uit deze streek neem ik aan. Na de vergadering – die heel lang duurde – zijn we gaan eten. De Anak Agoeng nodigde ook zijn poengawas uit tot de maaltijd en na het voortreffelijke eten, waarbij ook geanimeerde gesprekken werden gevoerd maar waarbij de Anak Agoeng mij over godsdiensten wou polsen, welk gesprek ik krampachtig heb ontweken. Ik kan geen oordeel geven over wederopstanding enz., waar hij erg in geïnteresseerd was. Reïncarnatie was zijn hobby geloof ik. Na het eten werd er verder vergaderd en toen ben ik vertrokken.
Oedjong Waterpaleis

Vrijdag 12 april
Ben nog even naar Oedjong, naar het waterpaleis gegaan. Een heel groot complex vlakbij de zee met grote vijvers en huizen in het water en paviljoens aan het eind van lange lanen, soms aan het einde van hoge trappen tegen de berghellingen op. Een wonderlijk geheel, wel mooi, met veel reliëfs van oorlogen. In de verte werd mij gewezen waar het nieuwe grote buitenverblijf van de vorst in aanbouw was. Alles was te groot om te bezien. Nu is het een beetje vervallen, alles is niet goed onderhouden, maar als de gelden van copra weer vloeien voor zijn bevolking dan komt dat stellig ook gauw weer voor elkaar. Het is een imposant buiten, en geeft een indruk van het geld en de macht van de man.
Singaradja

Maandag 8 april
Daarna even door de plaats gereden. Mooi lijkt het, met veel Europese huizen en het Residentshuis[1]heeft een oprijlaan met grote beelden. Het was hier niet slecht, wat huizen betreft. Even met Controleur Smit gepraat, die nu hier het bestuur voert.
[1] Het bestaat nog steeds: Kantor Bupati