Oudere foto van de Anak Agoeng van Karang Asem, MET snor.

Zondag 7 april

Karang Asem. Hier weer een hele grote muur die de poeri omringt. Ook verschillende andere grote huizen lijken er te zijn met zware muren omgeven. Dat is een typisch iets, die muren om al de huizen, of liever gebouwencomplexen, want binnen die muren staan vele gebouwen voor allerlei doeleinden en er wonen complete families in. Ook de huistempels zijn in die muren en hebben een geheel apart deel van het complex. Een poort en als steeds een paar trapjes op voor men erdoor kan. Mooi beeldhouwwerk weer in de muren en dan een soort binnenplaats met enkele gebouwen waarin kantoren gevestigd zijn. Die gebouwen ook weer met beeldhouwwerk versierd. Weer een prachtige poort en weer een binnenplaats. Nu een hele grote, met een vijver waarin een vergaderzaal is gebouwd als een eiland. Prachtige beelden eromheen, een klein poortje scheidt het eigenlijke huis van de Anak Agoeng van de rest. In type is het een oud Indisch huis, maar de deuren en alle omlijstingen met beeldhouwwerk en verguldsel versier en grote portretten levensgroot in kleur-fotografie van de Radja en van een ander. Aan de wand een enkel Balinees schilderij, verder veel foto’s en een paar prullen. Wonderlijke combinatie.

De Radja is een hoffelijk man.[1] Hij draagt geen snor meer als op zijn portret, want zijn snor werd wit, en dat wou hij niet, dan maar eraf. 59 jaar oud. Twee van zijn dochters zijn getrouwd met resp. de Dewa Agoeng van Kloenkoeng en met een zoon van die Dewa Agoeng. We overleggen verschillende dingen en hij geeft me de raad nog met zijn Poengawa te Mangis te gaan praten die wellicht meer gegevens voor mij kan hebben. Thee gedronken en een koekje gegeten, hij vertelt het een of ander van zijn huis en vraagt dan of ik zijn waterpaleis in Oedjoeng al ken.[2] Nee dat ken ik niet, een volgende maal wil ik het graag eens gaan zien. De indruk die je krijgt van het complex dat hij hier bewoont, is dat hij de rijkste zal zijn van de Radja’s die ik tot nu toe bezocht. En dat blijkt bij navraag ook waar te zijn.

Vrijdag 12 april

Karang Asem. Daar wacht de vorst in zijn eigen huis en de poengawas zitten te wachten in de vergaderzaal die in de vijver is gebouwd. We gaan maar direct beginnen. Het loopt vlot en de mensen zijn het met me eens dat ze zo snel mogelijk aan het werk moeten gaan en er zal wel heel spoedig copra loskomen uit deze streek neem ik aan. Na de vergadering – die heel lang duurde – zijn we gaan eten. De Anak Agoeng nodigde ook zijn poengawas uit tot de maaltijd en na het voortreffelijke eten, waarbij ook geanimeerde gesprekken werden gevoerd maar waarbij de Anak Agoeng mij over godsdiensten wou polsen, welk gesprek ik krampachtig heb ontweken. Ik kan geen oordeel geven over wederopstanding enz., waar hij erg in geïnteresseerd was. Reïncarnatie was zijn hobby geloof ik. Na het eten werd er verder vergaderd en toen ben ik vertrokken.

Ben nog even naar Oedjong, naar het waterpaleis gegaan. Een heel groot complex vlakbij de zee met grote vijvers en huizen in het water en paviljoens aan het eind van lange lanen, soms aan het einde van hoge trappen tegen de berghellingen op. Een wonderlijk geheel, wel mooi, met veel reliëfs van oorlogen. In de verte werd mij gewezen waar het nieuwe grote buitenverblijf van de vorst in aanbouw was. Alles was te groot om te bezien. Nu is het een beetje vervallen, alles is niet goed onderhouden, maar als de gelden van copra weer vloeien voor zijn bevolking dan komt dat stellig ook gauw weer voor elkaar. Het is een imposant buiten, en geeft een indruk van het geld en de macht van de man.


[1] Anak Agung Anglurah Ketut was de laatste vorst van Karang Asem. Hij was een zeer erudiet man en ontwerper van weelderige paleizen die hij liet bouwen voor zijn uitstapjes naar het platteland met zijn vrouwen en kinderen. Tijdens zijn leven liet hij drie ‘waterpaleizen’ verrijzen, in Ujung, Tirtagangga en Jungutan.

[2] Zie vorige voetnoot. Dit was een overdadig paleiscomplex dat volledig werd verwoest door de uitbarsting van de Gunung Agung.