Vrijdag 24 mei

In Onang ontmoet ik de Maradija, die op de weg op me staat te wachten. Nu ineens in keurig wit pak. Maar toch niet zo imposant als gisteren, toen ik hem tegenkwam een twintig kilometer van zijn dorp op een mooi kittig bruin paardje dat schichtig was van de jeep. De Maradija zag er min of meer uit als een cowboy, maar dan wel op zijn zondags. Keurige grote hoed, mooi pak, grote revolver en rijlaarzen. Nu weer gepraat over zijn opzet om aan copra te komen door coöperaties. (…) Chocola en heel zoet lekker hapje dat de vrouw van de Maradija snel klaarmaakte. Verder.