W.G. Hofker, kunstenaar, later in Nederland bevriend. Zie Wikipedia.

12 januari 1946

We hebben een schilderijententoonstelling. Hofker, Bonnet en een Zwitserse die hier op Celebes woonde. De beide eerste waren vanaf ongeveer 1938 op Bali. Hofker is van oorsprong Fries. Hotel Hofker op Ameland is van z’n familie. Een vreemde kerel, maar ik kan goed met hem opschieten en z’n vrouw is ook aardig. Ze hebben me uit genodigd bij hen te komen en toen Hofker hoorde dat ik Bali niet kende was het: “Maar dat is te erg. ’t Is zo’n pracht! ’t Land en het volk en ’s avonds is er muziek in de kampongs, en overal een lach. Toe zeg, ik hoop er gauw weer naar toe te kunnen gaan, kom dan logeren, dan zal ik je laten zien hoe mooi het alles is”… Prettig dat enthousiasme en de gulheid ban de uitnodiging.

De verkoop gaat heel goed. Vrijwel alles wat hij wilde verkopen is verkocht, voornamelijk pastellen of aquarellen en ook enkele schilderijen van het volk van Bali. Prijzen van 100,- ongeveer tot een 300,-. (…)De verhalen van Hofker over de bezettingstijd waren interessant. Toen de Jap kwam was hij op Bali en ze lieten hem kalm ongemoeid. “Of ze een schilder als een hoger wezen, of als een ongevaarlijke gek beschouwen weet ik niet? Maar mij lieten ze kalm hun gang gaan en ze behandelden me behoorlijk. Ik kwam niet in een kamp, ze lieten me rustig werken.” Toen kwam het ogenblik dat Bali door Europeanen ontruimd moest worden en hebben ze hem ook in een kamp gestopt, maar ook daar werd hij behoorlijk behandeld en lieten ze hem werken. Ze kwamen wel van tijd tot tijd vragen of ze wat mochten kopen en hij kreeg behoorlijke prijzen voor z’n werk. Dat geld ging dan in de kamp-kas om het nodige aanvullende te kopen, vooral voor de zieken. Zo heeft het kamp een belangrijk voordeel er aan gehad een kunstenaar te herbergen. (…) De tentoonstelling duurt tot woensdagavond en ik ga eind van de week even naar hem toe om eens bij hem thuis te zien, waar hij ook zo veel werk heeft.

Dinsdag 26 februari 1946

’s Avonds kwam Bonnet bij me eten, leuk. We hebben over allerlei gepraat en afgesproken binnenkort eens een avondje te hebben bij de Stutterheims, die in het vroegere huis van Hofker wonen. Ik heb een groot blik peren op sap, zij hebben een Rodekruispakket – dat ze in september hadden moeten ontvangen – nu gekregen, met allerlei lekkers erin.

Maandag 16 september

Hij [Joppe] had een brief van Bonnet, die het goed maakt maar ontzettend teleurgesteld is in Bali. De schatten van hem en Hofker zijn grotendeels weg, en wel door onze mensen die er na de Jap kwamen. Wat boeken enz. vond hij terug, verder niets. En zijn huis moest grondig worden gerepareerd. Woont nu in Kloenkoeng, in een huisje waar Theo Meier ook eens woonde. Hij vond dat Meier mooi werk had gemaakt in de tijd dat hij vast zat. Ik hoop er nog weer eens te komen en dan ook nog iets van Meier te vangen. Voor mij had Bonnet nog niets gestrikt. Duur en moeilijk te krijgen is alles zegt ‘ie. Maar de kunst op Bali komt wel weer voor elkaar en gelukkig wordt het er wat rustiger en veiliger. Het was in oude tijden zo’n mooi en gelukkig eiland leek me van de enkele woelige dagen die ik er doorbracht.