Vanaf eind april ’46 onderdirecteur (van het coprafonds?).
Zaterdag 9 maart 1946
Vanavond trouwt Yap, een jonge Chinees bij ons op kantoor en moet ik naar het feest dat ter ere gegeven wordt. (…) Jansen en ik bleven nog laat met verschillende anderen. Toen werden er nog weer meer mensen gehaald die kwamen dansen. We hebben er wat bij gekeken en Sneeuwwitje, een vrij donkergekleurde Chinees die geen Hollands spreekt, zong alsmaar van Piet Hein en wilde op zijn manier, die een beschaafd dronken manier was, allerlei verklaren wat hem steeds in verdere verwikkelingen bracht. Jansen en ik hebben de drank steeds zorgvuldig omzeild en djeroek en koffie gedronken. Hielden het daardoor best uit, maar zijn toen het feest geen einde nam ook maar vertrokken.
Zaterdag 27 april
In de ochtend voor Makassar, om een uur of tien aan wal, en maar naar kantoor. Wat een brieven voor mij, een stuk of vijfentwintig in totaal. (…) Op kantoor zijn veel nieuwe mensen van Batavia aangekomen, wat ze allemaal zijn weet ik niet. Biersteker is er ook, en Jansen die ze onderdirecteur hebben gemaakt, is er en ik hoor dat ik ook mee mag met het schip dat een week of zes of acht zal gaan varen in de Grote Oost, met wel zestien anderen. Dat is nou net niet zo leuk. Ik jaag liever op mijn eentje of met een of twee anderen, maar met zo’n hoop mensen.. het lijkt wel alsof we overvallen gaan uitvoeren, hele landing-party’s. Nee, dat lijkt niet best.