Dinsdag 25 juni
Na de lunch stelt Moeder Overste van de Missie in Toeal me voor aan een jonge Kei-knaap – zoon van één van de hoofden daar – om met hem alvast te praten.
Woensdag 26 juni
Een zwart gewaad met witte kap – Moeder Overste – is de ziel van dit opbloeiende leven. Overal gaat ze, houdt toezicht op alles, geeft aanwijzingen en bemoediging. Wat een bezieling, enthousiasme en geestkracht gaat er uit van deze vrouw, die onafgebroken meer dan vijfentwintig jaar in de tropen is en net als andere vrouwen in een Japans concentratiekamp heeft gezeten. Ik heb een diep respect voor die flinke figuur. Een grappig incidentje van Moeder Overste wil ik toch vertellen… Ze vond koeien van de Missie terug, herkende de dieren direct en men was onmiddellijk bereid ze terug te geven. “Maar Moeder, U heeft er zo weinig aan, want er is immers geen stier…” “Och jij, maak je daarover maar niet bezorgd hoor. Zie jij dan niet dat ze al bezet zijn?” Nu zijn er twee jonge stierkalfjes in de primitieve stal van de Missie.