Zondag 17 maart
Na het avond eten ben ik naar vriend Hadji Moh. Izikin gegaan. Die was helemaal alleen thuis, zijn vrouw was naar de bruiloft, begeleid door zijn mannelijke bedienden, die op haar moesten passen en haar weer thuisbrengen. Het scheen de vrouwenavond te zijn, zoals er ook een mannenavond is. Op de vrouwenavond krijgt de jonge vrouw allerlei te horen wat voor haar van belang kan zijn. Izikin vertelt me dat de plaatjes voor de jonge adellijke vrouwen ook nu nog worden gedragen tot de dag van hun huwelijk, maar vroeger was dat algemeen zo. Nu lopen in feite alleen de kleine kinderen ermee. Over het huwelijk vertelt hij me ook iets. Als regel gaat het nu zo, dat ofschoon de bevolking Mohammedaan is en de eigenlijke plechtigheid door een kadi priester wordt verricht, de rest gaat volgens het Soré Gadé van Paloppo. Een zogenaamd Galigoe-boek van voor de Mohammedaanse tijd. Als iemand wil gaan trouwen gaat een familielid eens bij de vader van de jonge vrouw polsen. Dan wordt in beide families een soort familieraad gehouden waarin alles wordt besproken en vooral de stand van de mensen wordt nagegaan. Al zijn ze allemaal bv. Maradija’s dan is daarin nog een belangrijk verschil. Er zijn wel zeven verschillende standen in. En dit is een van de belangrijke punten van gesprek. Is nu alles goed, dan moet de jongeman een bruidsschat betalen aan zijn schoonvader en gedeeltelijk aan de jonge vrouw. Van ouds is dat: drie kattie (1 kattie is 40 realen[1], dat is ongeveer f.80,-) benevens drie slaven (die er nu ook niet meer mogen zijn, net zo min als realen), en à f.40,- per slaaf in rekening worden gebracht. Verder moet hij een karbouw geven, twee zijden sarongs voor zijn schoonouders, vier zakken rijst, een blik klapper-olie en zo meer. De jonge vrouw geeft aan haar man een met goud versierde kris, een zilveren sirih-stel, een bonische muts, een ding met goud en prachtig bewerkt, het heet eigenlijk ‘padoepa’ en ook twee sarongs van zijde. De adel laat haar huwelijken aan de hele Mandar-kust sluiten door de Kadi van Balanipa, die het hoogst in aanzien staat. Die Kadi doet natuurlijk dik mee in de feesten, en ontvangt bovendien f.8,-. Van de bevolking is dat maar f.4,-. Het huwelijk wordt thuis gesloten. Het kan ook wel in de moskee, maar dat is minder in aanzien. Ik denk dat het deftiger is de Kadi thuis te laten komen. Zo vertelde hij me nog veel meer. Het huwelijksfeest duurt soms wel een week, in ieder geval zijn er drie dagen van belang. Pas daarna gaan de jonggehuwden samenwonen, meestal in het huis van de vader eerst, enzovoort. Ik ben er nog niet volkomen achter, hoop eens een dergelijk huwelijksfeest mee te maken.
[1] Gouden en zilveren munten, oorspronkelijk Spaans van voor de VOC.